Na iedere behandelingsvorm van kanker is de controle of follow-up van essentieel belang om complicaties te minimaliseren en om terugkerende kanker (recidieven) vroegtijdig op te sporen en te behandelen. Het is daarom belangrijk om op specifieke, vaste tijdsintervallen een afspraak te maken met de huisarts, uroloog, oncoloog, radioloog, of een verpleegkundige voor aanvullende onderzoeken.

Een uroloog moet het voortouw hebben bij de coördinatie en interpretatie van alle resultaten van de controle bezoeken. Deze specialist is ook het aanspreekpunt voor vragen over de ziekte of aanverwante onderwerpen.

Indicaties controle
De eerste controle is voor alle patiënten globaal hetzelfde: na drie maanden moet er een cystoscopie gedaan worden (indien de blaas niet is weggehaald). Hoe de controle er daarna uit ziet is voor elke risicogroep anders:

Laag risico: de follow-up kan beperkt blijven tot een (periodieke) cystoscopie, in ieder geval weer na 9 maanden en mogelijk jaarlijks tot vijf jaar na de operatie


Hoog risico: naast de eerste cystoscopie moet er ook urinecytologie gedaan worden. Dit dient, zolang de uitslag negatief is, de eerste 2 jaar elke 3 maanden plaats te vinden, daarna elk half jaar tot aan 5 jaar na de operatie. Daarna is een jaarlijkse controle aanbevolen. Voor hoog-risico tumoren is een jaarlijks beeldvormend onderzoek naar de hoge urinewegen aanbevolen.


Midden risico: het schema voor de controle van Ta tumoren van de intermediaire groep ligt ergens tussen de laag en hoog risico groep in, en wordt afgestemd op basis van persoonlijke factoren. Bij een positieve uitslag van de urinecytologie of een verdachte vondst tijdens cystoscopie zal verder diagnostisch onderzoek opnieuw worden ingesteld.