Afhankelijk van de risicogroep (laag, midden of hoog) waarin de patiënt is ingedeeld en het gesprek tussen patiënt en arts wordt een definitief behandelplan samengesteld. Over het algemeen gaat de behandeling van de drie groepen na TUR-blaas als volgt:
Risicogroep |
Behandeling |
Laag risico |
één blaasspoeling met chemotherapie |
Midden risico |
meerdere blaasspoelingen (chemotherapie of BCG) |
Hoog risico |
Re-TUR-blaas, nadien meerdere blaasspoelingen (BCG) of cystectomie |
Voortdurend worden nieuwe behandelingen ontwikkeld en getest in klinische studies. Sommige van die behandelingen zijn op experimentele basis voor de patiënt in enkele ziekenhuizen beschikbaar, ondanks een gebrek aan wetenschappelijk bewijs om een aanbeveling te doen. Deze experimentele behandelingen zijn in de praktijk veilig gebleken, alleen is de effectiviteit ervan nog niet bewezen aangetoond ten opzichte van de standaardbehandeling, die normaal wordt gegeven. Voor meer informatie over deze experimentele behandelingen zie hieronder.
In deze richtlijn staat geen informatie over alternatieve geneeswijzen (niet te verwarren met experimentele behandelingen). De samenstellers van de informatie (inhoudelijk deskundigen) zijn van mening dat er geen effectieve alternatieve behandelingen voor blaaskanker zijn. Dergelijke behandelingen kunnen een reguliere behandeling nooit vervangen en worden dan ook afgeraden.
Mocht er toch behoefte zijn aan verkenning of gebruik hiervan – naast de reguliere behandeling, dan is het zeer belangrijk dat de medisch behandelaar (uroloog of een andere specialist) hiervan op de hoogte is en het bespreekbaar wordt gemaakt. De medisch behandelaar kan een adviserende rol vervullen en eventueel mogelijke gevaren van de alternatieve behandeling vroegtijdig opsporen.