Blaaskanker kent verschillende groeistadia, en de behandeling hangt af van het stadium waarin de tumor zich bevindt. Een tumor die de holte van de blaas in groeit, zonder het dieper gelegen spierweefsel van de blaas aan te tasten heet niet-spierinvasief. Deze kanker of urotheelcarcinoom groeit vanuit het slijmvlies van de blaas. Het zijn dus tumoren die aan het oppervlak van de blaaswand groeien, en die een vroeg stadium van de ziekte vertegenwoordigen. Urotheelcarcinoom is ook de meest voorkomende vorm van blaaskanker: ongeveer 75% van de blaaskankergevallen begint hiermee. Blaaskanker die wel tot in die spierlaag doordringt is spierinvasieve blaaskanker. Deze vorm vergt een andere behandeling, en wordt hier daarom niet besproken. Twee andere vormen van blaaskanker zijn plaveiselcelcarcinoom en adenocarcinoom. De (urine)blaas is het orgaan dat de geproduceerde urine uit de nieren via de urineleiders verzamelt en bewaart. Het is dus een opslagorgaan. De blaas bestaat uit rekbaar weefsel dat meegeeft als er meer urine in opgeslagen wordt. Die urine komt via de plasbuis uit de blaas. Figuur 7 toont een normale blaas in een vrouw (links) en een man (rechts).

 

Fig. 7: Normale blaas in een vrouw (links) en een man (rechts)

Dit plaatje laat de verschillende lagen zien van de blaas. De drie vormen van kanker in figuur 8 horen tot de niet-spierinvasieve blaaskanker: T1, Ta en CIS. Zodra het de rode spierlaag van de blaas indringt is het spierinvasieve blaaskanker. CIS, of Carcinoma in Situ, is een bijzondere vorm van niet-spierinvasieve blaaskanker. Het is een fluweelachtige tumor die zich beperkt tot het oppervlak van de blaaswand. CIS heeft een hoog risico om door te dringen tot diepere lagen van de blaas. CIS wordt ook wel als Tis aangeduid.

Fig. 8: typen niet-spierinvasieve blaaskanker: T1, Ta en CIS