Om ervoor te zorgen dat de patiënt de allerbeste behandeling krijgt is overleg tussen artsen met verschillende specialisaties nodig. Dit wordt multidisciplinair overleg (MDO) genoemd. Het MDO is een bespreking waarbij urologen, radiotherapeuten, radiologen, pathologen, oncologen en een oncologieverpleegkundige of verpleegkundig specialist zoeken naar de beste behandeling. Hierbij wordt gekeken naar de leeftijd, medische voorgeschiedenis en specifieke kenmerken van de nierkanker. Ook wordt afgesproken wie als hoofdbehandelaar/contactpersoon voor de patiënt fungeert. Uit het eerste MDO komt een voorlopig behandelvoorstel. Vaak wordt contact opgenomen met de huisarts, zodat die geïnformeerd is over de huidige situatie. De patiënt bespreekt het voorlopige behandelvoorstel samen met de uroloog of oncoloog en krijgt de tijd om erover na te denken. Daarna kan een besluit volgen over het definitieve behandelvoorstel.
Na een behandeling
Na een behandeling krijgt de patiënt altijd een nagesprek op de poli. Hier wordt de operatie nabesproken, evenals de uitslag van het weefselonderzoek. De arts bespreekt met de patiënt de kansen op terugkeer van de tumor en op uitzaaiingen. In het kader van het ‘Samen Beslissen”, kiezen arts en patiënt samen voor eventuele vervolgonderzoeken en extra behandelingen. Daarbij kan het ziekenhuis dat behandelt een ander ziekenhuis zijn dan het ziekenhuis waar de diagnose wordt gesteld. Sommige behandelingen worden namelijk maar in een paar selecte ziekenhuizen verricht.
De behandelkeuze herzien
Indien er alleen beeldvormend onderzoek is geweest, kan de uroloog al direct met de patiënt besluiten tot het gedeeltelijk of geheel weghalen van de nier en tumor. Als dan tijdens de operatie en uit weefselonderzoek door de patholoog blijkt dat de tumor verder gevorderd is dan aanvankelijk gedacht, kan de behandelkeuze herzien worden.